Uit een onderzoek van Berenschot onder Leidse intensieve mantelzorgers blijkt dat er in de situatie en ondersteuning van mantelzorgers die intensieve zorg bieden aan een naaste de afgelopen jaren weinig is veranderd. De aanbevelingen zijn niet anders dan de situatie van zo’n 10 jaar geleden, toen de Wmo 2007 in werking ging en de gemeenten verantwoordelijk werden voor de mantelzorgondersteuning:
- Bied mantelzorgers een casemanager die ook regeltaken overneemt
- Vergroot de bekendheid van het ondersteuningsaanbod
- Probeer mantelzorgers te bereiken die onzichtbaar blijven maar wel belast zijn
Uit andere onderzoeken blijkt dat mantelzorgers vooral gezien willen worden als degene voor wie zij zorgen een aanvraag doen voor zorg en ondersteuning. De vraag krijgen: “Hoe gaat het nou eigenlijk met u?”.
In de praktijk zie ik helaas nog te weinig dat dit gebeurt en mantelzorgers kaarten dit ook niet aan tijdens het keukentafelgesprek. Het belangrijkste voor hen is op dat moment dat de zorgvrager de voorziening krijgt, waarmee zij overigens gedeeltelijk ontlast kunnen worden. Dus opnieuw mijn oproep aan de uitvoerenden in de zorg: Zie de zorgvrager als onderdeel van zijn familie en omgeving en verken wat er nog meer nodig is behalve de hulp bij het huishouden of de woningaanpassing!
Geef een reactie